top of page

Assan Niang: de man die álles kan


De afgelopen 2 weken bracht ik door in Senegal. Niet in een hotel of in een Airbnb in Dakar, of aan de toeristische kust van M'Bour, maar in een afgelegen dorpje genaamd Sokone (of Djingili in de volksmond). Mijn goede vriend Pape en zijn dochters Kiné en Djara waren mijn reis- en huisgenoten. Naast deze vertrouwde gezichten had ik nog twee lieve en zorgzame huisgenoten: Ady en Assan. Zij waren deze periode, waarin ik mij onderdompelde in een totaal onbekende wereld, 24/7 bij ons: in hun huis, in de dorpskern en onder de mangoboom van Kerr Baram Niang, het ouderlijk huis vernoemd naar hun pas overleden vader.

Assan en Ady waren niet alleen ''echte bloedbroers'' van mijn reisgenoot, ze werden ook mijn broers (ik "werd" Simon Niang...). In een mix van Frans, Wolof en Engels besprak ik met Assan de verschillen tussen Europa en Afrika, het werk dat ik doe (ne pas facile to explain) en het werk dat hij doet. Handen en voeten schoten soms tekort, maar Assan's goedlachsheid en af en toe een woordje Wolof van deze toubab (blanke) was genoeg om de sfeer erin te houden.

Assan (en ook Ady) bleek meer te zijn dan mijn vriend en mijn broer. Hij was de oppas van mijn kleinere reisgenootjes. Ook was hij onze hovenier, onze fotograaf, onze schoonmaker, onze brandweerman, onze tolk, onze gids, onze inkoper, onze koerier en onze chauffeur.

Zijn opleiding? Leven, en daar in een toffe nuttige vent willen zijn. Dat begon al een jaar of 30 geleden: vroeger ging Assan een flesje water of een klontje ijs halen als dat door familie of een oudere gevraagd werd. Naarmate het leven vorderde kwamen daar meer klussen én daarmee meer vaardigheden bij.

Voor Assan is het normaal om te wonen waar hij werkt. In de periode dat hij zijn Nederlandse toubab-broer leerde kennen woonde Assan weer even in Sokone, maar zodra een klus zich aandient woont hij in het drukke Dakar. De werkgelegenheid, de immer brandende zon en de, voor Nederlandse begrippen, gebrekkige voorzieningen zorgen ervoor dat Assan inventief moet zijn. En dat is ie zeker. Dat maakt Assan in mijn ogen uniek.

Maar eerlijk is eerlijk, écht uniek is Assan daarin natuurlijk niet. Flexibel, vindingrijk, leergierig en uitermate behulpzaam, dát wel. En als ie er niet uitkomt: boroom lammiñ du reer - wie vraagt komt verder. Of letterlijk: de bezitter van een tong kan zich nooit vergissen.

Wat kan ik als Nederlander van Assan leren? In "mijn" land komen we in verschillende sectoren immers tienduizenden handen tekort. Een kwart van Nederland vraagt zich al jaren af wat men wil worden. Een ander deel van de beroepsbevolking weet het wel, maar heeft de diploma's niet.

Tijd voor een MBO Alleskunde? Lijkt me niet. Mijn verblijf in het nietige Sokone, heeft mij gesterkt in m'n aversie tegen de Nederlandse diplomacultuur. Als Assan immers alles zou willen doen in Nederland wat hij Senegal doet, dan heeft hij "levenslang": 60 jaar in de schoolbanken, en dan nog ''maar'' niveau 3 voor de meeste professies.

Wat ik in Senegal van Assan leer, is dat we in Nederland zeer eenzijdig worden voorbereid op de grote mensenwereld. Beroepsopleidingen worden over meerdere jaren uitgesmeerd en opgeblazen tot belastende bolleboos bolwerken. Wat we daar niet leren is om ons heen te kijken en aan te grijpen wat ons toekomt. Daardoor is kwalificatieveroudering beroepsbevolkingsvijand nummer 1.

Natuurlijk mogen we in onze handjes knijpen met de mogelijkheden die het onderwijs ons biedt. Niet alleen het heden van Senegal, maar ook het verleden van Nederland laten ons echter zien dat leren door doen voor velen de snelste én beste leerroute is. Als die weg heropend wordt zal onze arbeidsmarkt de infrastructuur krijgen die bij ons georganiseerde landje past.

Jere jef, broer!

UITGELICHT
RECENTE BERICHTEN
ARCHIEF
ZOEKEN OP ONDERWERP
Mis niks, volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Social Icon
bottom of page